Harde Sector Gemeente Nijmegen


ArchiefvormerHarde Sector Gemeente Nijmegen
Andere namenHS
Dienst Ondersteuning en Coördinatie (1985-1994)
Dienst Volkshuisvesting (1985-1992)
Dienst Volkshuisvesting en Milieu (1993-1998)
Dienst Stadsontwikkeling (1985-1994)
Dienst Economische Zaken (1985-1994)
Dienst Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling (1995-1998)
Dienst Projecten en Grondzaken (1995-1998)
Woningbedrijf
Grondbedrijf
Archief1110 Harde Sector Gemeente Nijmegen
1335 Bouwvergunningen gemeente Nijmegen
1646 Hinderwetvergunningen gemeente Nijmegen
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingOverheid
RechtsvormOverheid
Datering1985-1998
PlaatsNijmegen, Stationsplein 13 (1985-1998)
Nijmegen, Burg. Hustinxstraat 2-4 (1996-1997)
Nijmegen, Passage Mariënburg 8b (1997-1998)
Voorganger(s)Dienst Publieke Werken en Volkshuisvesting van de gemeente Nijmegen
Opvolger(s)Directie Strategie en Projecten Gemeente Nijmegen
Directie Grondgebied Gemeente Nijmegen
Algemene contextNa een gemeentelijke reorganisatie in 1985 waren de taken van de secretarie en de gemeentelijke diensten flink gewijzigd: de secretarie had de beleidsvorming grotendeels overgedragen aan de tot dan toe vooral adviserende en uitvoerende gemeentelijke diensten (die daarmee aan zelfstandigheid wonnen) en behield een coördinerende taak.

Diverse ontwikkelingen op landelijk en op lokaal niveau speelden een rol in de vorming dan wel de ontwikkeling van de Harde Sector, zoals de economische groei van Nederland, de ontwikkeling van stedelijke knooppunten, de Vierde Nota op de Ruimtelijke Ordening en de aanpassing daarvan in 1991, de Wet Milieubeheer van 1993, de aanleg van bedrijventerrein Bijsterhuizen en de annexatie van een deel van de Betuwe voor staduitbreiding (de Waalsprong).

Met een nieuwe reorganisatie per 1 januari 1992 stapte de gemeente volledig over naar het zogenoemde sectorenmodel, waarin de diensten vrij zelfstandige onderdelen werden die een grote mate van vrijheid hadden in het uitvoeren van het beleid.
GeschiedenisBij raadsbesluit van 18 december 1984 werden Volkshuisvesting, Stadsontwikkeling, Economische Zaken en het Grondbedrijf en het Woningbedrijf per 1 januari 1985 aangewezen als takken van dienst. Zij werden daardoor administratief zelfstandige lichamen.
Al deze diensten en bedrijven waren in of nabij het gebouw Metterswane aan het Stationsplein gevestigd en voerden een gezamenlijke administratie. In 1997 werden enkele onderdelen van de dienst Economische Zaken gehuisvest in de Passage Mariënburg.

Omdat alle diensten te maken hadden met bouw en ontwikkeling van tastbare objecten, kreeg de verzameling diensten de naam ‘Harde Sector’. Dit als tegenhanger van de ‘zachte sector’, bestaande uit Sociale Zaken, Educatie en Welzijn en de Gemeentelijke Gezondheidsdienst.

Er werd een coördinerend directeur voor de Harde Sector benoemd. Hoewel deze functie per 1 januari 1995 werd opgeheven, bleef informeel de term ‘Harde Sector’ gangbaar. De onderhavige diensten werden zodanig gereorganiseerd dat de taken binnen het kader van de voormalige Harde Sector bleven vallen, ook de administratie – waaronder de archivering – werd nog steeds centraal geregeld.

Per 1 januari 1999 onderging de gemeente Nijmegen opnieuw een ingrijpende reorganisatie, waarin de diensten plaatsmaakten voor een kleiner aantal directies. De organisatie werd hierdoor platter. De diensten van de Harde Sector gingen op in de directies Grondgebied, Stadsbedrijven en Strategie en Projecten.
Functies, beroepen of activiteitenDe taken en doelstellingen van de Harde Sector waren per afzonderlijke dienst gesteld:
* Doel van de dienst Volkshuisvesting en Milieu was het ondersteunen van de uitoefening van de functie die de gemeentelijke overheid vervult, een concrete bijdrage te leveren aan de in dat kader te ontplooien activiteiten en de te verlenen diensten aan de burgerij. De dienst richtte zich op bouwen, wonen, monumentenzorg, beheer en onderhoud van gemeentelijke panden en milieubeleid (afval en energie, bedrijfsmilieuzaken, bodem- en geluidszaken en de coördinatie van de projecten die uit het gemeentelijk Milieubeleidsplan voortvloeien).
* Doel van Stadsontwikkeling was (in 1992) de zorg voor de ontwikkeling, vernieuwing, uitbreiding en instandhouding van de stad. De dienst richtte zich op stedelijke vernieuwing, mobiliteit, instandhouding door middel van onderhoudsinvesteringen en milieubeleid.
* Economische Zaken had zowel beleidsontwikkelend als -uitvoerend werk. Doel van de dienst was (in 1992) ‘het voorbereiden en uitvoeren van het economisch beleid in de gemeente Nijmegen en het werkgebied van de Bedrijfsregio Nijmegen’, alsmede ‘het zorgdragen voor de gemeentelijke zaken met betrekking tot de economische ordening en dienstverlening’.
* De dienst Ondersteuning en Coördinatie verzorgde de ondersteuning van de lijntaken van de vier diensten aangaande personeel, organisatie, financiën, informatie, onderzoek, voorlichting en interne zaken.
* Het Woningbedrijf was belast met het verwerven, beheren en uitgeven van gemeentelijk onroerend goed (geen woningbouw).
* Het Grondbedrijf was belast met het verwerven, beheren en uitgeven van grond.
Structuur of genealogieDiensten en bedrijven
Aanvankelijk kende de Harde Sector naast het Woningbedrijf en het Grondbedrijf vier diensten:
* de stafafdeling Ondersteuning en Coördinatie (van de Harde Sector; DOC)
* Volkshuisvesting (VHV), vanaf 1993: Volkshuisvesting en Milieu
* Stadsontwikkeling (SO)
* Economische Zaken (EZ)

Elke dienst had een eigen directeur. De directeur van Volkshuisvesting (en Milieu) was ook directeur van het Woningbedrijf, terwijl de directeur van Ondersteuning en Coördinatie ook aan het hoofd stond van het Grondbedrijf. De Harde Sector als geheel had tot 1995 een coördinerend directeur.
Vanaf 1992 was er één administratie voor de gezamenlijke diensten.
Zij bleven echter financieel zelfstandig en stelden eigen jaarrekeningen op.

Woningbedrijf
Het Woningbedrijf beheerde aanvankelijk gemeentelijke panden met een woonfunctie, maar daar kwamen ook steeds meer gebouwen bij met andere functies, die waren afgestoten door de Algemene Dienst en door Educatie en Welzijn. Vanaf 1994 beperkte het bedrijf zich weer tot panden met overwegend een woonfunctie. De (vele honderden) panden werden verhuurd aan mensen die via corporaties niet aan woningen konden komen. Het Woningbedrijf had geen personeel in dienst, maar maakte gebruik van het personeel van DOC.

Dienst Ondersteuning en Coördinatie
De dienst bestond in 1990 uit een directie en acht afdelingen:
* Personeel & Organisatie
* Interne Zaken
* Sociaal Economisch Onderzoek
* Informatie en Automatisering
* Projectbureau
* Financieel Beleid
* Financieel Beheer
* Planning
Per 1991 kwam Landmeten van Stadsontwikkeling naar DOC overgeheveld en werd Voorlichting toegevoegd.

In 1993-1994 bestond de dienst, die onder andere de uitvoering van het Grondbedrijf en Woningbedrijf regelde, uit een directie, een secretariaat en acht afdelingen:
* Personeel & Organisatie en Voorlichting
* Interne Zaken
* Sociaal Economisch Onderzoek
* Informatie en Automatisering + Rekencentrum Gemeente Nijmegen
* Projectbureau
* Bedrijfsbureau
* Financiën
* Landmeten
In 1993 telde DOC bijna 158 formatieplaatsen.

Dienst Volkshuisvesting (en Milieu)
In 1990 bestond de dienst uit een directie, secretariaat en stafafdeling en daaronder vier afdelingen:
* Huisvesting
* Bouw- en Woningtoezicht
* Milieu
* Bouwkunde
De dienst telde eind 1994 175 medewerkers. Inmiddels waren een stafafdeling en een functionele afdeling Beleidsontwikkeling toegevoegd. In 1997 was Beleidsontwikkeling een stafafdeling geworden, terwijl Planning & Control als nieuwe stafafdeling was toegevoegd.

Dienst Stadsontwikkeling
De dienst Stadsontwikkeling bestond in 1990 uit een directie, een stafafdeling Algemene Zaken en vijf afdelingen:
* Stedelijke Inrichting
* Verkeer en Vervoer
* Weg- en Waterbouw
* Beplantingen
* Landmeten
Landmeten ging per 1 januari 1991 over naar DOC. In 1994 had de dienst een directie, een secretariaat en vijf afdelingen. Algemene Zaken was als afdeling toegevoegd.
In 1991 telde de dienst 239 formatieplaatsen, in 1994 was dat aantal gedaald naar 225.

Dienst Economische Zaken
De dienst Economische Zaken bestond uit een directie, secretariaat en twee afdelingen:
* Economische Ontwikkeling
* Economische Ordening en Dienstverlening
Het aantal medewerkers van de dienst was beperkt: in 1993 waren er ruim 17 formatieplaatsen.

Reorganisatie
Bij een reorganisatie van de Harde Sector ontstonden per 1 januari 1995 drie nieuwe diensten:
1. Ruimtelijke Economische Ontwikkeling (REO)
2. Volkshuisvesting en Milieu
3. Projecten en Grondzaken

Dienst Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling
De diensten Stadsontwikkeling en Economische Zaken smolten samen tot de dienst Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling, met in 1995 een kleine 240 formatieplaatsen. De dienst had een directeur, een supervisor Openbare Ruimte, een stafafdeling Planning & Control (in de loop van 1996 gewijzigd in Juridische Zaken en Bedrijfsvoering) en zeven afdelingen:
* Algemene Zaken & Planologie
* Stedelijke Inrichting
* Verkeer & Vervoer
* Weg- & Waterbouw
* Beplantingen
* Economische Zaken
* Stadsbeheer
In 1996 werden Algemene Zaken & Planologie en Stedelijke Inrichting samengevoegd tot de afdeling Planologie & Stedenbouw.

Dienst Projecten en Grondzaken
Projecten en Grondzaken nam de functie van de dienst Ondersteuning en Coördinatie over en was verantwoordelijk voor dienstverlening en advies, projectmanagement en grondbeleid. De dienst telde in 1995 ruim 150 formatieplaatsen. Onder de directeur en een stafafdeling vielen zes afdelingen:
* Projectbureau
* Grondzaken
* Sociaal Economisch Onderzoek (SEO)
* Rekencentrum Gemeente Nijmegen (RGN)
* Geo-Informatie en Landmeten
* Dienstverlening en Advies