Gemeentearchief Nijmegen


ArchiefvormerGemeentearchief Nijmegen
Archief379 Gemeentearchief Nijmegen
579 Collectie Tweede Wereldoorlog Nijmegen
591 Collectie Stadskern Onderzoek Nijmegen
699 Collectie Kaarten en plattegronden Nijmegen
734 Collectie Affiches Nijmegen
775 Collectie Geluid / Grammofoonplaten
795 Collectie losse zegels
824 Collectie geluid / cassettebanden, geluidstapes en digitale bestanden
Soort entiteitOrganisatie
Type instellingOverheid
Datering1881-1998
PlaatsNijmegen, Nieuwstraat 2 en 6 (1881-1940)
Nijmegen, Mariënburg 26 (1940-1999)
Nijmegen, Mariënburg 95 (1978-1998)
Opvolger(s)Regionaal Archief Nijmegen
Publieksdienst Gemeente Nijmegen
Algemene contextVan oudsher werd het archief van de stad bewaard in een houten kist – en vanaf 1560 een kast, ‘de Blok’ genoemd – in de St. Stevenskerk. Dit zogenoemde oud-archief verhuisde in 1849 naar een ruimte in het stadhuis, waar ook al het archief van de gemeentesecretarie werd bewaard. Tot in de late negentiende eeuw was het de gemeentesecretaris die formeel zorg droeg voor het stads- en gemeentearchief, sinds 1845 hierbij geassisteerd door de commissie ter verzekering eener goede bewaring van gedenkstukken van geschiedenis en kunst. Deze commissie voerde tot in 1881 feitelijk het beheer over het archief.

Het gemeentearchief is een rechtsvoorganger van het Regionaal Archief Nijmegen.
GeschiedenisDe 19de eeuw
In 1881 benoemde het college van Burgemeester en Wethouders voor het eerst een gemeentearchivaris, mr. D.A. van Munster. Deze viel niet onder de secretarie, maar was een zelfstandig functionaris, naast bijvoorbeeld de gemeenteontvanger en de gemeentearchitect. In 1882 nam de gemeenteraad de instructie voor de gemeentearchivaris en een reglement voor het gemeentearchief aan. Voor zijn werk ontving de gemeentearchivaris een kleine vergoeding. Na een vergroting van het stadhuis in 1889 kreeg het ‘oud-archief’ (de benaming voor het bestuurlijk archief van de stad) enkele ruimten in de nieuwbouw. Twee jaar later keerde ook het oud rechterlijk archief, dat vanaf 1811 elders was bewaard, terug in het stadhuis. Het gehele stadsarchief stond nu min of meer bijeen. Alleen na toestemming door het college en onder toezicht van de archivaris was het archief toegankelijk voor geïnteresseerden. Het was ook mogelijk stukken te lenen. H.D.J. van Schevichaven, vanaf 1897 gemeentearchivaris, schreef op basis van archiefmateriaal vele artikelen over de geschiedenis van Nijmegen en omgeving. Daarmee wist hij bij een breed publiek interesse te wekken in de stadsgeschiedenis.

Professionalisering
De Archiefwet van 1918, het vaststellen van een nieuw en uitgebreid reglement voor het gemeentearchief en van een instructie voor de gemeentearchivaris én de aanstelling van gemeentearchivaris Daniëls in 1919 leidden tot een professionalisering van het archiefbeheer. De gemeentearchivaris had nu een volwaardige betrekking en moest aan bepaalde opleidingseisen voldoen.

Naar de Mariënburgkapel
In 1940 vestigde het gemeentearchief – als organisatie nog tot in 1971 ‘oud-Archief der gemeente Nijmegen’ genoemd – zich in de Mariënburgkapel. Het archief deelde die middeleeuwse kerk met het Gemeentemuseum, dat er vanaf 1912 was gevestigd. De bovenste verdiepingen van de gietijzeren stellage die toen in de kapel was gebouwd werden gebruikt voor de opslag van het archief. Op de begane grond was een studiezaal. De verhuizing van het gemeentearchief naar de kapel op het Mariënburg bleek achteraf gezien van groot belang te zijn geweest voor het behoud van het archief in de Tweede Wereldoorlog: tijdens de bevrijding van Nijmegen in september 1944 gingen grote delen van de binnenstad – inclusief het historische deel van het stadhuis – in vlammen op. De vrijstaande Mariënburgkapel en de in 1942 in gebruik genomen stadhuisvleugel – waar het archief vanaf 1811 bewaard werd – raakten in de oorlog slechts licht beschadigd.

Kampend met een tekort aan archiefruimte besloot de gemeente in 1969 dat een deel van de kelderruimte van het in aanbouw zijnde gebouw voor de Dienst Sociale Zaken als opslagruimte voor archief moest worden ingericht.

In 1974 verhuisde het gemeentemuseum naar de Commanderie van Sint-Jan. De bibliotheken van het museum en het archief, die inmiddels waren versmolten tot één collectie, bleven grotendeels als archiefbibliotheek in de Mariënburgkapel staan. De ijzeren stellage in de kapel werd nu geheel met archieven gevuld.

Het Arsenaal
De groeiende publieksfunctie voor het archief vroeg om nog meer ruimte. In 1975 ging de gemeenteraad akkoord met de verbouwing van het Arsenaal tot gemeentearchief. Na de opening op 6 oktober 1978 bleef de Mariënburgkapel in gebruik als depot en als restauratieatelier. De opslagplaats in het gebouw van de Dienst Sociale Zaken werd verlaten. Al snel ontstond er opnieuw een ruimtetekort voor de archiefbewaarplaats: er was plaats nodig voor de bewaring van het archief dat stond in de stadhuisvleugel uit 1942, die werd afgebroken. De verhuizing naar een nieuw onderkomen aan het Mariënburg zou uiteindelijk in 2001 plaatsvinden.

Opheffing als dienst
In 1996 ging het Gemeentearchief formeel deel uitmaken van de Publieksdienst van de Gemeente Nijmegen. Het hield echter een grote mate van zelfstandigheid. Bij een reorganisatie van de gemeente, ingaande per 1999, werd het Gemeentearchief ondergebracht bij de directie Inwoners. Als afzonderlijke dienst hield het Gemeentearchief daarmee definitief op te bestaan.
Functies, beroepen of activiteitenHet in goede, geordende en toegankelijke staat bewaren en beschikbaar stellen van archieven die door de gemeente Nijmegen, haar voorgangers en door particulieren (verenigingen, stichtingen, bedrijven en personen) zijn gevormd. Vanaf de jaren negentig begon het Gemeentearchief een regionale functie te vervullen. Medewerkers inventariseerden vanaf 1996 de archieven van de gemeenten Beuningen en Weurt.
Structuur of genealogieRol van de gemeentearchivaris
De gemeentearchivaris ordende en beschreef niet alleen het oud-archief, maar vervulde vanaf 1893 ook een rol in de openbare gemeentebibliotheek. Die was in tot haar opheffing in 1931 ondergebracht in enkele ruimtes van het stadhuis. Hier werkte hij twee dagen per week als bibliothecaris. Verder had hij de dagelijkse leiding over het gemeentemuseum, dat tot 1912 eveneens in het stadhuis was gevestigd. Tot 1968 behield de gemeentearchivaris zijn dubbelfunctie. Nadat het museum een eigen directeur had gekregen was de gemeentearchivaris nog wel verantwoordelijk voor het beheer van het gebouw en voor de leiding over het personeel. Toch waren gemeentearchief en gemeentemuseum al die tijd formeel gescheiden diensten.

Personeel
Aanvankelijk had de gemeentearchivaris geen personeel tot zijn beschikking, vanaf 1889 wel enkele vrijwilligers voor inventarisatiewerk. In 1940 kwam er een betaalde kracht naast de gemeentearchivaris. Het aantal medewerkers breidde zich in de jaren zeventig gestaag uit: van 5 in 1969 naar 18 in 1974 en 23 in 1980. De publieksfunctie werd verder uitgebouwd met de ingebruikname van het Arsenaal in 1978. Omdat de flinke organisatiegroei weinig gestructureerd was verlopen, vond omstreeks 1980 een reorganisatie plaats waarbij de taakverdeling onder het personeel beter werd vastgelegd. Het aantal vaste medewerkers bleef in de jaren tachtig en negentig schommelen rond de 23. In 1994 stonden aan het hoofd van de dienst een archivaris en een manager bedrijfsvoering, ondersteund door de afdeling Algemene Zaken. De dienst bestond uit vijf afdelingen: Inventarisatie, Collecties, Restauratie, Studiezaal en de Educatieve Dienst.

Gemeentearchivarissen:

1881-1883 D.A. van Munster van Heuven
1883-1897 W. van de Poll
1897-1918 H.D.J. van Schevichaven
1919-1942 M.P.M. Daniëls
1942-1968 J.A.B.M. de Jong
1969-1980 J.A. Schimmel
1980-2001 W.J. Meeuwissen
Bron(nen)Buylinckx, J.J.A., Aspecten van archiefzorg en archiefbeheer door de gemeente Nijmegen, 1816-1945, in: ‘Van Blok vol rechten tot Arsenaal vol wetenswaardigheden. Expositie gewijd aan archiefzorg en -beheer in Nijmegen door de eeuwen heen’, Nijmegen, 1979.
Gruppelaar, L., ‘Lokaal bestuur en gemeentelijke overheid te Nijmegen, 1851-1919’, Gemeentearchief Nijmegen, 1994.
Gruppelaar, L., ‘Lokaal bestuur en gemeentelijke overheid te Nijmegen, 1919-1945’, Gemeentearchief Nijmegen, 1995.
Jaarverslagen Gemeentearchief Nijmegen, 1972-1996.
Nabuurs, N., ‘Lokaal bestuur en gemeentelijke overheid te Nijmegen, 1945-1984’, Gemeentearchief Nijmegen, 1996.
Numaga, tijdschrift gewijd aan heden en verleden van Nijmegen en omgeving jaargang XXV, no. 2/3, 1978 (deels gewijd aan de opening van het Gemeentearchief in het Arsenaal).